Interview Stan Poppe

Licentie

Stan Poppe is bètacoördinator havo-vwo en teamleider havo-bovenbouw  op zijn school, de GSg Schagen en tevens projectleider van het innovatieproject E-Klas en PAL-student.

Zijn school is penvoerder van het project en is vanaf dag één betrokken geweest bij de ontwikkeling van het concept. De kern van het project E-klas PAL is het vervangen van klassieke lessen voor bètavakken in de bovenbouw havo-vwo, door digitale lessen in combinatie met begeleiding van een PAL (persoonlijk assistent van de leraar). Nu de deadline voor aanleveren van de projectplannen voor scholen is verstreken heeft Stan weer tijd voor een gesprekje.

Stan, hoe is de projectplan ontwikkelingsfase bij jullie verlopen?
‘Goed. Anders dan bij sommige andere penvoerders het geval is, hebben wij de centrale organisatie van het project uitbesteed aan een bestaand regionaal samenwerkingsverband, Bètapartners. Dat is een netwerk waarin vo-scholen, HO-instellingen en het bedrijfsleven samenwerken. Dat heeft twee voordelen; door de ervaring van Bètapartners verliep de organisatie strak en waren er al een aantal faciliteiten aanwezig, zoals een digitaal communicatiesysteem. En daarnaast is een groot voordeel dat van de 29 experimentscholen meer dan de helft bètapartner school is. Zij kennen elkaar dus al en dat is prettig bij dit project, waarbij goede samenwerking essentieel is.’
Wat is jou rol geweest de afgelopen tijd?
‘Bètapartners had weliswaar de rol van organisator, maar ik heb mij samen met mijn sector directie altijd beziggehouden met de inhoudelijke kant van het project. We hebben steeds kritisch meegedacht over – en meegeschreven aan het algemene plan en natuurlijk het schoolspecifieke deel. We zijn een soort klankbord geweest. Vanuit mijn positie als bètacoördinator en teamleider heb ik de deelnemende scholen goed kunnen uitleggen wat het werken met E-klassen PAL-studenten in de praktijk zal betekenen. ‘

De organisatie verliep dus goed. Zijn jullie toch ook nog tegen dingen aangelopen is deze fase?
‘Wat het meest lastig is geweest is de beperkte tijd om naast het schrijven van de plannen de scholen aan elkaar te laten snuffelen. Doordat de tijd voor het schrijven van de projectplannen samen viel met de examentijd en de zomervakantie is voor goed kennismaken, samen nadenken over het projectplan en zetten van gezamenlijke doelstellingen eigenlijk geen tijd geweest. Wij denken nu vanuit een centrale projectorganisatie zo goed mogelijk voor een vertaling te hebben gezorgd van de wensen van de verschillende scholen. De afstemming in detail is iets dat nu nog moet gebeuren. Daarover hebben we nu ook de tijd. Onderdeel van het project is ook om samen na te denken over de vraag hoe we dit concreet gaan vorm geven. Daarbij zullen scholen in de ontwikkeling van E-klassen met elkaar samenwerken en het zou beter zijn geweest als we elkaar nu al beter hadden leren kennen en meer van elkaar hadden kunnen horen over hoe we denken over de ontwikkeling van E-klassen en hoe doelstellingen te realiseren. Daarin moeten we de komende tijd een inhaalslag maken.‘
Wat gaan jullie daarvoor doen tot 1 januari?
‘We gaan brainstorms organiseren waar de scholen samen kunnen nadenken over 
onderwerpen van de te ontwikkelen E-klassen. Scholen bedenken en ontwikkelen de lesstof echt zelf, in teams waarin iedere school vertegenwoordig wordt. Daarom is draagvlak ook zo belangrijk. Daarnaast gaan we nu al aan de slag met het opzetten van de scholing voor PAL-studenten. Je moet niet zomaar een student voor de klas zetten en denken dat de begeleiding dan vanzelf gaat. Een goede PAL moet ingezet worden op vakken of modules waar hij veel vanaf weet. En daarnaast moet hij of zij een duidelijk opdracht hebben voor elke les. Anders werkt het niet.‘
De organisatie van het project vanuit de scholen zelf wordt dus steeds belangrijker. En dat is ook uitgangspunt van de InnovatieImpuls; innovatie voor en van scholen zelf. Toch komt er veel kijken bij de projectorganisatie op schoolniveau. Kunnen scholen dat zelf aan?
‘Dat is best een uitdaging, en het hangt denk ik mede af van de schaalgrootte van een school. In hoeverre kan je als projectleider delegeren aan bijvoorbeeld de financiële afdeling en werkt iedereen mee, of moet je alles zelf in de gaten houden. Wat ook meespeelt is wie de taak van projectleider vervult. Vaak zijn het docenten met uren om taakbeleid uit te voeren. Maar ik denk dat het het handigst werkt als de organisatie van zo’n groot project bij het management ligt. Daar moeten bepaalde keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld over wijziging van roosters en personeelsbeleid. Docenten heb je ook hard nodig, vooral voor het inhoudelijke lesgedeelte. Toch moet het een project zijn van de school zelf zijn, bottom-up. Ik ben geen rector en ik ben geen voorzitter van het college van bestuur. Als het project alleen geleid wordt door bijvoorbeeld bestuurders van ‘meerpitters’ is het niet meer bottom-up, dan is het top-down. Het moet door iedereen gedragen worden en aangestuurd door iemand met tentakels door de hele school.’ 
Tenslotte, wat is het allerleukst aan het project E-klas PAL?
‘Het allerleukste is het bezig zijn met onderwijsvernieuwing. Onderwijsverneuwing is namelijk altijd leuk. De hoofddoelstelling, het opvangen van het lerarentekort, is belangrijk, maar daarvan wordt je niet écht warm. Wat voor mij telt is dat ik iets beteken voor de motivatie van leerlingen. Het is fantastisch om te zien hoe een 4 havo groep met een lastig theoretisch module voor het vak NLT, veel gemotiveerder is en de stof sneller oppikt met de E-klas PAL methode dan met de ‘papieren’ methode. De simulaties, afwisselende werkvormen, en bijvoorbeeld de chat functie die bij huiswerk maken wordt gebruikt, maken daarbij het verschil. Daarnaast wordt het lesmateriaal meer gestructureerd aangeboden: Les teksten, studiewijzers, simulatie e.d vormen één geheel, bijvoorbeeld door een link in een studiewijzer start een leerling een computertoepassing op waarin een opgave of practicum geheel is klaar gezet. In reguliere lessen moet alsnog de brug slaan tussen boek en digitale stof. Maar in deze methode wordt alles in elkaar geïntegreerd en dat werkt voor leerlingen het best.’

We wensen Stan veel succes de komende tijd!

De Innovatiebrigadiers

Jody Rabs

Jody Rabs

School: OostenwindSchoolprofiel: POPlaats: RaalteOp Oostenwind werken we met Kernconcepten. Binnen ons onderwijs geven we het onderwijs vorm rond 8 Kernconcepten, waarbij we ons niet… Lees verder
Arjen Daelmans

Arjen Daelmans

School: Stedelijk College EindhovenSchoolprofiel: VOPlaats: EindhovenOntwikkelingen als leertuinen, leerhuizen, differentiatiegroepen, eigentijds en eigen geregisseerd leren zijn thema’s waar ik graag mee… Lees verder
Berenike Vossebeld

Berenike Vossebeld

School: De DromedarisSchoolprofiel: POPlaats: NijmegenAls leerkracht in de bovenbouw heb ik de afgelopen jaren ervaringen opgedaan met meer onderwijs op maat. Ik ben sinds 2012 lid van de… Lees verder
Emile Mutsaers

Emile Mutsaers

School: BS De MastenSchoolprofiel: POPlaats: RosmalenZeven jaar geleden zat onze school net in het SlimFit traject, waarbij we hebben gekeken hoe we ons onderwijs efficiënter konden… Lees verder